hondsdolheid

Rabiës, beter bekend als hondsdolheid, is een zeldzame maar zeer ernstige virusinfectie van het centraal zenuwcentrum/ hersenen die altijd dodelijk afloopt indien symptomen aanwezig zijn. De enige remedie is dan ook voorkómen. Het virus wordt verspreid door speeksel van besmette zoogdieren.

Gebieden

Hondsdolheid komt in de hele wereld voor (ook in de landen die Nederland en België direct omringen) maar vooral in Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Dragers van het virus zijn besmette zoogdieren zoals honden, katten, apen of vleermuizen. Het is niet altijd te zien of dieren besmet zijn. Sommige dragen het virus bij zich zonder er zichtbaar last van te hebben. Het is in elk geval verdacht wanneer een dier agressie toont of onrustig is, of wanneer een van nature schuw dier zijn schuwheid verliest.

Besmetting

Het virus wordt overgebracht door een beet, krab of lik van een besmet dier. Via wondjes in de huid of de slijmvliezen (ogen, mond) dringt het virus het lichaam binnen. Eenmaal in het zenuwstelsel doorgedrongen, zal het virus hondsdolheid veroorzaken en is geen genezing meer mogelijk. Afhankelijk van hoe dicht bij de hersenen de beet of wond zich bevindt, kan het weken tot vele maanden duren voordat de verschijnselen zich openbaren.

Verschijnselen

Het ziekteverloop bestaat uit verschillende stadia. In de beginfase treden rillingen, koorts, malaise, gebrek aan eetlust, misselijkheid, braken en hoofdpijn op. De plaats van de wond kan jeuken en pijnlijk zijn. In de volgende, neurologische fase doen zich hyperactiviteit, nekstijfheid, stuiptrekkingen en verlamming voor. In deze fase veroorzaken spiegelende voorwerpen, zoals glas en water heftige krampen. Uiteindelijk raakt de patiënt in coma en overlijdt.

Behandeling

Enkele adviezen voor het geval je meent te zijn gekrabt, gebeten of gelikt door een dier dat mogelijk met hondsdolheid besmet is:

- Was de wond goed uit met water en zeep of een ander huishoudelijk reinigingsmiddel of desnoods met water alleen. Ontsmet vervolgens de wond met alcohol (70%) of jodium.

- Roep direct hulp van een arts in; deze zal zonodig antistoffen en vaccinaties toedienen. Een complete serie vaccinaties bestaat uit 5 tot 7 injecties in combinatie met antirabiës immunoglobuline. Als dat niet mogelijk is (in de landen buiten Europa is het rabiës immunoglobuline meestal niet verkrijgbaar), neem dan zo spoedig mogelijk contact op met de ambassade of het consulaat.

- Licht de plaatselijke politie over het voorval in, vooral als het gaat om een zwervend dier.

- Stel je huisarts of de GGD direct bij thuiskomst op de hoogte.

Voorkomen

Vermijd contact met zoogdieren (met name apen en honden) en raak zeker geen zieke of dode dieren aan. In sommige gevallen wordt geadviseerd je tegen rabiës te vaccineren.

Bron: Landelijke Coördinatiecentrum Reizigersadvisering en de Travelclinic van het Havenziekenhuis in Rotterdam

Handige links:

Opens internal link in current windowL.R.C.

Opens internal link in current windowTravelclinic

Opens internal link in current windowG.G.D.