Turkmenistan

Turkmenistan gelegen aan de oostkust van de Kaspische Zee, en deelt zijn grenzen in het zuidwesten met Iran, in het zuidoosten met Afghanistan, in het oosten en noorden met Oezbekistan en voor een klein stukje in het noordwesten met Kazakstan. In 1918 werd er een Transkaspische regeringsraad opgericht. In 1922 werd Transcaspië onderdeel van de Turkestaanse Autonome Sovjetrepubliek. Niazov werd op 27 oktober 1990 tot president van Turkmenistan gekozen en Niazov transformeerde van communist tot nationalist. Op 27 oktober 1991 verklaarde Turkmenistan zich onafhankelijk, wat op 8 december 1991 door Moskou werd erkend. Turkmenistan bevindt zich in een van de heetste en droogste regionen op aarde.

De zomers van Turkmenistan zijn loeiheet - in de woestijn kan het wel 50 °C of warmer worden - en in de winter is het bitter koud. In het droge hete klimaat van de Karakum overleven slechts droge woestijnbosjes en gras. In de groene dalen van de Kopet Dag worden druiven, vijgen en walnoten geoogst en op de hellingen staan jeneverbesstruiken en pistachebomen. In de bergen leven grote zoogdieren zoals caracals (Perzische lynx), berggeiten, stekelvarkens, jachtluipaarden en sneeuwluipaarden. Op de steppen is de gazelle, vos, jakhals en wilde kat te vinden en er zwerven kleine, halfwilde kamelen en kuddes caracoleschapen. Hun lammeren zijn de leveranciers van astrakanwol.

Reptielen, zoals de Centraal-Aziatische cobra en de reusachtige monitorhagedis, knaagdieren, spinnen en schorpioenen komen in grote getalen in de woestijn voor. Het Akalteekse paard is Turkmenistans nationale trots. Het is een volbloedras dat bekend staat om zijn snelheid en slimheid. Het paardrijden zit Turkmenen in het bloed en paarden zijn onlosmakelijk verbonden met de nationale cultuur. In nomadenfamilies leren kinderen al op peuterleeftijd rijden. Het oude Asjchabad, gebouwd rond een oase aan de zuidkant van de Karakum-woestijn, werd vernietigd tijdens een aardbeving in 1948. De Russen herbouwden de stad tot een modern communistische stad: ordelijk, schoon en sfeerloos. In het voorjaar is het er wel aangenaam groen.

Prominent aanwezig zijn het marmeren paleis van president Niazov en de moskee die hij liet bouwen om zijn pelgrimstocht naar Mekka te gedenken. Zeer fotogeniek is de hectische Tolkuchka-markt, elke zondag aan de rand van de hoofdstad. De overdekte Tekke-bazaar in het centrum van de stad is gebouwd van marmer. Hier doen Turkmenen op werkdagen hun dagelijkse boodschappen. Dit is een aardig alternatief als u de zondagmarkt misloopt. Er zijn enkele musea waaronder een Kunstmuseum en een Historisch & Etnografisch Museum. Interessant is ook het kleine Tapijtmuseum waar ’s werelds grootste tapijt hangt.

Vier vrouwen werkten er drieënhalf jaar lang aan. In het Hippodroom zijn in voor- en najaar paarden- en kamelenraces te zien. Asjchabad heeft verder een schouwburg, een operahuis en een ballettheater waar Russische en Europese gezelschappen optreden. Tussen de derde eeuw voor en de derde eeuw na Christus maakte Turkmenistan deel uit van het Parthse rijk, een enorm gebied tussen Syrië en India. Handelsroutes tussen China en Europa, later bekent als de Zijderoute, ontstonden in deze periode en brachten welvaart in heel Centraal-Azië. Aan deze gouden tijden kwam een einde toen de Europeanen de zeeroutes rond Afrika ontdekten. In Geok Tepe (40 km ten westen van Asjchabad) staat ook de ruïne van een fort waarin 1881 de Russen twintigduizend Turkmenen vermoorden.

De mooiste vondsten uit de gloriedagen van de Zijderoute vindt u in het Historisch & Etnografisch Museum in Asgabat. De oase Mari is Turkmenistans tweede stad. Mari is een katoenhandelscentrum aan de Murghab-rivier. Volgens Arabische, Hindu en Parsi volksoverleveringen was Mari het oude paradijs, de bakermat van het menselijke ras. Vanuit Mari is het mogelijk om een bezoek te brengen aan de historische stad Merv, ooit een belangrijk centrum van de Islamitische wereld en bekent als ‘Koningin der Steden’. In het jaar 1221 werd Merv, met haar 1 miljoen inwoners, van de kaart geveegd door Toloi, de zoon van Ghengis Khan. Merv wordt aangeprezen als historische bezienswaardigheid al valt er niet veel meer te zien dan restanten van muren in een desolaat landschap en het mausoleum van Sultan Sandjar uit de elfde eeuw.

Merv ligt driehonderd kilometer ten oosten van de hoofdstad en is in zeven uur bereikbaar per trein. Op hete zomerdagen zoeken de inwoners van Asgabat verkoeling in Firuza, een bergplaatsje in de Kopet Dag, ten zuiden van de hoofdstad. Hier kan gewandeld worden maar, wie langer dan een dag op pad wil heeft een permit nodig. Leuk voor een dagtocht is een bezoek aan de grotten van Kov Ata, negentig kilometer ten westen van Asgabat. U daalt 266 treden af naar een ondergronds zwavelmeer met een aangename en constante temperatuur van 37°C. Er is geen accommodatie. Turkmenbashi aan de Kaspische Zee is een Russische creatie. Hier bevindt zich de terminal van de Transkaspische Spoorlijn. Turkmenbashi is de enige haven van Centraal-Azië met verbindingen naar Europees Rusland. Bezienswaardig hier zijn het oude fort uit 1717 en het Museum van Geschiedenis en Natuurlijke Historie. Turkmenbashi is ook een geschikt vertrekpunt voor woestijntochten of korte wandelingen in de bergen. In Kunya-Urgench, vijfhonderd kilometer ten noorden van Asgabat vindt u de hoogste minaret van Centraal- Azië, de Kutluk Timur-minaret (62 meter). Deze werd gebouwd in de veertiende eeuw.

Foto Turkmenistan

Standaard Informatie:

Naam: Turkmenistan

Hoofdstad: Asjchabad

Valuta: Turkmeense manat

Inwoners: 5.179.571

Taal: Turkmeens